Rabiës (Hondsdolheid)

Rabiës, ook wel hondsdolheid genoemd, is een gevaarlijk virus dat wordt overgedragen door dieren. Het zit in het speeksel en kan mensen besmetten via een beet, krab of lik op een wond. Zonder behandeling is rabiës vrijwel altijd dodelijk. In Nederland is de kans op rabiës heel klein. Alleen sommige vleermuizen kunnen het virus bij zich dragen. In andere landen komt rabiës vaker voor. Vooral reizigers buiten West-Europa lopen risico, vooral na contact met zwerfhonden, katten of apen.

Je kunt rabiës krijgen door het speeksel van een besmet dier. Dit gebeurt bijvoorbeeld via:

  • Een beet
  • Een krab
  • Een lik op een wond of kapotte huid

Kijk voor meer informatie en tips in de app GGD Reistmee

Dieren die rabiës kunnen overdragen zijn bijvoorbeeld honden, apen, katten en vleermuizen. Reizigers buiten West-Europa lopen meer risico, vooral als ze in contact komen met (zwerf)dieren.

Zo bescherm je jezelf tegen rabiës:
Vermijd contact en blijf uit de buurt van dieren op vakantie. 

  • Aai of voer geen dieren, zodat je niet gebeten of gekrabd wordt.
  • Raak geen zieke of dode dieren aan.
  • Zorg dat je niet gebeten, gekrabd of gelikt wordt door dieren die rabiës kunnen hebben.
  • Leg kinderen uit dat ze op reis geen dieren mogen aanraken of voeren, en waarom dat gevaarlijk kan zijn.
  • Door voorafgaand aan de reis je te laten vaccineren. 

Vaccinatie tegen rabiës:
In sommige landen komt rabiës vaker voor. Ga je op reis naar zo’n land? Dan kan een vaccin tegen rabiës worden aangeraden. Dit hangt af van het land waar je naartoe gaat. Rabiës komt niet alleen voor in verre landen, maar ook in landen als Egypte, Marokko en Turkije. Bekijk dus vóór je reis goed wat het risico is in het land waar je naartoe gaat.

De vaccinatie bestaat uit twee prikken, met minstens één week ertussen. Na deze prikken ben je levenslang beschermd op basisniveau tegen rabiës. 

  • Mocht je risico op rabiës hebben gelopen en ben je gevaccineerd?
    Dan heb je na een beet of krab alleen nog twee extra prikken nodig. Deze zijn meestal goed verkrijgbaar.
  • Mocht je risico op rabiës hebben gelopen en ben je niet gevaccineerd?
    Dan heb je vier prikken én antistoffen (RIG) nodig. Deze antistoffen zijn in sommige landen moeilijk te krijgen. 

Het is dus slim om je vóór de reis te laten vaccineren, zo ben je beter beschermd en heb je minder zorgen tijdens je reis.

Let op: heb je contact gehad met een dier dat rabiës kan hebben? Ga dan altijd meteen naar een dokter, óók als je gevaccineerd bent.

Zelfs als je vaccinaties tegen rabiës hebt gehad, moet je altijd overleggen met een dokter. De behandeling is in dat geval minder uitgebreid, maar het is nog steeds belangrijk om snel te zijn. 

Ben je gebeten, gekrabd of gelikt door een dier dat misschien rabiës heeft? Doe dan het volgende:

  • Spoel de wond (minimaal 15 minuten) schoon met veel water en zeep.
  • Ontsmet daarna de wond met jodium of alcohol 70%.
  • Maak duidelijke foto's van de wond.
  • Ben je in Nederland? Neem dan zo snel mogelijk (binnen 24 uur) contact op met je huisarts. Is het avond of weekend? Bel dan de huisartsenpost.
  • Ben je in het buitenland? Bel direct (binnen 24 uur) naar de alarmcentrale van je reisverzekering en ziektekostenverzekering. Een dokter in Nederland kan vertellen óf, en welke behandeling je nodig hebt. De dokter vertelt ook naar welk ziekenhuis je moet gaan. Meestal heb je extra prikken tegen rabiës nodig. Soms heb je ook antibiotica of een tetanusprik nodig.
  • Moet je de behandeling in Nederland afmaken? Heb je al prikken gehad in het buitenland? Maak dan foto's van de vaccin-doosjes, je vaccinatiebewijs en andere medische papieren. Is verdere behandeling in Nederland nodig? Overleg dit dan met jouw GGD. 

Meer informatie vind je op de website van het RIVM of op de website van GGD Reisvaccinaties